Woordje van

Janet

Heeft u al vakantieplannen of bent u al op vakantie geweest of houdt u uw vakantie lekker in uw eigen huis? Een huis is gewoon een huis. Maar zet je er een T voor, dan is het ineens thuis. Wat zit er allemaal in die T waardoor een huis een thuis wordt? Wat heb je nodig om je op vakantie thuis te voelen?
Ik vind het leuk om andere dingen te eten en te drinken op vakantie.
Op vakantie wil ik dat het een beetje op thuis lijkt, dus ik slaap het liefst in een gewoon bed.
Of op vakantie mag van mij alles anders zijn. Ik slaap net zo lief in een tentje op een luchtbed.
Ik voel me thuis als mijn gezin bij me is, dus als zij mee gaan op vakantie, is alles goed.
Of ik vind het leuk om in de vakantie nieuwe mensen te leren kenen en zou best zonder mijn gezin op vakantie gaan.
Ik neem niks van thuis mee om te doen. Er is waarschijnlijk genoeg om me te vermaken.
Of ik neem zoveel mogelijk spullen van thuis mee om me mee te vermaken. Die tablet moet toch echt mee.
De waarde van een thuis wordt ineens heel duidelijk wanneer iemand, tijdelijk of permanent verandert van huis, bij een vakantie of een logeerpartij bijvoorbeeld.

Onze gemeente staat er om bekend een toeristengemeente te zijn. Door gastvrij te zijn kunnen mensen elkaar helpen zich snel thuis te voelen. Maar wat houdt gastvrijheid eigenlijk in?
Gastvrijheid is door de hele Bijbel heen geweven. Van Genesis tot Openbaring.
Het Griekse woord voor gastvrijheid is philoxenia wat letterlijk vertaald wordt met ‘liefde voor een vreemdeling of goed doen aan een vreemdeling.’ Liefde dus voor iemand die je niet kent.
Door de hele Bijbel heen zien we voorbeelden van gastvrijheid en oproepen tot gastvrijheid. We zien het als eerste heel duidelijk in Genesis 18 bij Abraham en Sara. Zij ontvangen 3 vreemdelingen in hun tent. Ze worden met open armen ontvangen en het beste van het beste wordt klaargemaakt: er worden koeken gebakken, een kalf geslacht en de melk en de boter komen op tafel. Eenzelfde soort gastvrijheid zien we in Genesis 24 bij Rebekka en haar familie. Geen moeite is te veel. In Handelingen zien we hoe de eerste christengemeente gastvrijheid heel radicaal toepaste. Zij hadden open huizen en waren vaak bijeen (Hand. 2:44-47). ‘Kom binnen’ was het motto. In 1 Tim. 5:10 lezen we over weduwen die geprezen worden vanwege het feit dat zij vreemdelingen hebben geherbergd. We lezen over Lydia, de purperverkoopster uit Thyatira, die niets liever wilde dan gastvrijheid betonen aan Paulus en Silas. Zij drong er zelfs bij hen op aan (Hand. 16:15). Mede door haar gastvrijheid kreeg het Evangelie voet aan grond in Europa.
Soms lijkt het wel eens of wij gastvrijheid in onze cultuur verleerd zijn. “Je moet naar huis, want we gaan zo eten”! In andere culturen is het vaak veel gewoner. Gastvrijheid is hét kenmerk van de christelijke gemeente. Het hoort bij het hart van het Evangelie. Gastvrijheid begint namelijk bij God. Hij nodigt ons uit aan Zijn tafel. Zijn huis staat open voor zondaren. ‘Kom’ is zijn oproep (Jes. 55:1; Mt. 11:28). Hij nodigt ons uit op de bruiloft van het Lam. Niet omdat wij het allemaal zo goed voor elkaar hebben. Nee, je mag komen in al je vuiligheid, want Hij voorziet in nieuwe witte kleren, gewassen in het bloed van het Lam.
God roept ons en geeft ons een plaats aan Zijn tafel.
Wat houdt ons tegen? Individualisme en ons volle leven kunnen ons tegenhouden. Gastvrijheid vraagt je tijd in open handen te houden om open te staan voor iedereen die God op je weg brengt. Perfect gestylede huizen en tafels in magazines of op Pinterest en Instagram kunnen ons tegenhouden, omdat ons huis daar niet aan kan tippen. Of die mooi opgemaakte gerechten in de kookprogramma’s houden je tegen omdat jij je dat helemaal niet ziet maken.
Dan nodig je maar liever geen mensen uit. Of misschien ben je bang voor slechte invloeden op je kinderen wanneer je gasten uitnodigt die zo anders zijn dan jou. Het kan best lastig zijn, maar met Gods hulp kan je ook over die drempel heenstappen. Hoe kunnen mensen anders de liefde van Jezus leren kennen.

Toch kan iedereen gastvrij zijn. Misschien moet je een drempel over, maar de zegeningen zijn groot. Het begint met het voor waar aannemen van wat Gods Woord ons leert. Het begint ook met geloven dat ieder mens waardevol is. Iedereen is geschapen naar het beeld van God. Niet alleen leuke mensen, maar ook mensen die wat moeilijker zijn om mee om te gaan.
Er is ook niet één juiste manier van gastvrij zijn. Iedereen kan gastvrijheid op zijn eigen manier vormgeven. Denk niet te snel dat je iets niet kunt. Soms moet je misschien je grenzen verleggen.
Om het vol te houden is het wel belangrijk dat je jezelf bent. Je hoeft geen 5- gangen diner in elkaar te steken, wanneer dat helemaal niet bij je past. We willen ons altijd van onze beste kant laten zien, maar het is niet erg wanneer er nog rommel in je woonkamer ligt. Of er nog dingen in je keuken afgewerkt moeten worden.
Misschien wil je wel meer gastvrij zijn, maar laat je thuissituatie het niet toe.
Voor sommige kinderen of volwassenen geeft de kleinste verandering al vreselijk veel stress. Misschien kun je dan niet direct een open huis hebben, maar een open hart kan je op allerlei manieren vormgeven. Een trommel snoepjes voor kinderen in de straat, een arm om een vriendin die het moeilijk heeft, een vriendelijk gezicht voor de caissière of een reep chocola voor de postbode.