Woordje van

Sandra

Niet omhoogkijken, maar vooruitkijken.

‘Wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie Hem naar de Hemel hebben zien gaan’

Handelingen 1: 11

Vol verbazing zagen de discipelen hoe Jezus losgemaakt werd van de aarde. Een onzichtbare hand trok Hem op naar de hemel. Ineens was Hij niet meer te zien. Wel zagen ze een wolk. Waar herinnerde hen dat ook alweer aan?

Ze hadden het nakijken.

Toen waren daar plotseling twee mannen. Het waren engelen. Zoals er bij Jezus’ geboorte en bij Zijn opstanding ook al engelen geweest waren. Opnieuw hadden ze een boodschap. Staren naar de hemel had weinig zin. Jezus was nu echt heengegaan. Maar, zeiden ze: ‘Zoals jullie Hem hebben zien gaan, komt Hij ooit terug’.

Ditmaal was er geen enkele discipel die voorstelde om tenten te bouwen, zoals dat bij de verheerlijking op de berg was gebeurd. Het had geen zin om daar op die Olijfberg te wachten op Jezus’ terugkomst. Ze hadden de opdracht van Jezus goed begrepen. Ze zijn daarna naar huis gegaan. Als blije mensen. Ze zijn direct begonnen met het organiseren van samenkomsten. Ze hebben samen gebeden om de komst van de Heilige Geest. Na Zijn komst zijn ze in Zijn kracht de wereld ingegaan. Dat was een zware taak. Naar de hemel staren was er niet meer bij. Het was werken geblazen. Werken in en voor Gods Koninkrijk. Met diep in hun hart de wetenschap: Hij komt terug.

Die woorden klinken door het hele Nieuwe Testament. Jezus komt terug! Aan de andere kant is er de opdracht; ‘Ga heen en onderwijs alle volken’. Staren is er niet meer bij. Niet omhoogkijken, maar vooruitkijken!

Jezus is naar de Hemel gegaan en Hij komt terug. Als je je dat elke dag realiseert, verandert er veel. Je krijgt hoop. Bij alle moeilijkheden en strijd

n dit leven, mag je weten dat er iets moois in het verschiet ligt. Plannen die mislukken, een huwelijk dat vastloopt, kinderen die geen contact meer met je willen, een lichaam dat door ziekte en ouderdom niet meer goed wil, de lege plekken om je heen als dierbaren zijn gestorven. Kortom: een gebroken leven. Daar kun je onder lijden maar je hoeft er niet kapot aan te gaan, want je weet: Jezus komt terug!

En ondertussen: Blijf niet staren, maar ga aan het werk met dat perspectief! De vraag na Hemelvaartsdag luidt: Hoe leven wij toe naar de terugkomst van Jezus?