PASCAL
Ik weet niet waar ze Hem hebben neergelegd?
Dat zijn de bange woorden van Maria van Magdala bij het graf (Joh. 20:13). Het verrijzenisverhaal van Jezus baadt in verwarring, angst en teleurstelling. Geen van de leerlingen bij het lege graf zegt: ‘Hij leeft, precies zoals Hij heeft gezegd’. Wel integendeel!
Er is grote verwarring: wie heeft het lichaam van de Heer meegenomen en waar hebben ze hem neergelegd? De leerlingen konden niet geloven dat Jezus uit de dood zou opstaan. Daar staat Maria van Magdala bij het lege graf…
Verderop in het verhaal van Jezus’ opstanding lezen we dat de leerlingen bij elkaar zijn in een kamer met afgesloten deuren. Ze zijn bang voor represailles van de Joden. Op een gegeven ogenblik staat Jezus in hun midden. Dat vervult hen met grote vreugde. Angst en vreugde gaan hier hand in hand. De eerste uren nadat ze het lege graf hadden gezien moet een tijd van grote onzekerheid zijn geweest. Half hopend, half bang!… Wat staat er te gebeuren?… Is Jezus werkelijk opgestaan?… Zullen de Joden toeslaan?… Onzekerheid alom. Opgesloten in angst, ook wij kennen dat.
Maar te midden van de beklemming en angst verschijnt iemand. De onverwachte is aanwezig. Plotseling staat Jezus tussen hen in de afgesloten kamer. Nadat Hij zijn wonden liet zien, zegt Hij aan de leerlingen tot tweemaal toe: ‘Vrede zij jullie!’.
Hij die vrede is én schenkt, is in hun midden aanwezig. Maar dat neemt de zorgen voor dreigend gevaar niet weg. De dreiging is reëel. De deuren van de kamer blijven afgesloten. Hoe kan het dat de leerlingen toch blijdschap ervaren? Hoe kan ik blij zijn als ik me bewust ben van mijn eigen tekortkomingen, mijn falen, mijn angsten en twijfels? Hoe kan ik vreugde kennen in een wereld vol met wreedheden en onrechtvaardigheid?
Wat is er in die afgesloten kamer aan bijzonders gebeurd? De levende Heer toont zijn wonden. Hij die door het leven gekwetst werd, staat in hun midden. Pasen toont ons de Heer, dwars door lijden, dwars door de dood, als de Levende. Met Pasen mogen we ons verbonden weten met iemand die diep lijden heeft gekend, en desondanks de Levende is. Hij kan meevoelen met onze kwetsbaarheid. De verbondenheid met de gekruisigde en opgestane Heer geeft kracht om tegenspoed en verdriet aan te kunnen. Kracht om het leven met zijn kwetsuren en kansen aan te grijpen.
Niet vanuit eigen kracht maar vanuit de ontmoeting met de levende Heer. Hij is onze levenskracht. Het is in die bijzondere ontmoeting dat er vreugde ontstaat. Het gaat dan niet over oppervlakkige vrolijkheid, het is geen doen alsof het allemaal wel meevalt. Het is de vreugde van je leven te leven samen met de Levende.
Het is het sterke gevoel te weten dat er Iemand is die met je meegaat. Zoals bij de Emmaüsgangers: er is een Metgezel die met ons de weg gaat, in de avond bij ons blijft, en met ons het brood deelt. Hij kent ons, begrijpt ons en nodigt ons. Hij laat ons delen in de opstandingskracht. De kracht om het nieuwe leven, dat Hij ons heeft voorgeleefd, aan te gaan.
De vreugde van Pasen wordt ons niet geboden om een leven te kennen zonder spanning, pijn of teleurstelling. De vreugde ligt in de ontmoeting met de levende Heer die met ons een nieuwe weg gaat. Een weg waar verzoening, genade en liefde voorop gaan.
Op die manier kunnen we moedig omgaan met de tegenslagen die ons pad doorkruisen. Pasen schenkt vreugde in het samen op weg gaan naar Zijn koninkrijk.
Een vreugdevol Pasen!
Uw predikant Pascal